Waarom ik blijf vrijwilligen
Zoals veel broodschrijvers ben ik begonnen met schrijven als vrijwilliger. In tegenstelling tot veel broodschrijvers blijf ik ook vrijwillig schrijven. Omdat ik het graag doe én omdat het noodzakelijk is voor mijn stiel.
Ideale leerschool
Zonder de druk van betalingen en harde deadlines vormt vrijwillig schrijven een vrijplaats, waar je kan experimenteren met taal en tekstopbouw. Tegelijk zorgt het toch voor een structuur en richting. In de loop der jaren heb ik mijn schrijfsels via een aantal platformen in de wereld gegooid. Muziekmagazines Indiestyle en daMusic, comicsite Brainfreeze en muziekcentrum De Bijloke waren de belangrijkste. Ik schreef er columns, interviews, recensies, strips en allerlei tussenvormen. Allen gaven ze me de ruimte om mijn schrijfstijl te ontwikkelen, verschillende schrijfvormen uit te proberen en een scala aan pennen en registers toe te voegen aan mijn arsenaal.
De meeste redacteurs op mijn pad hadden engelengeduld met de rare zinswendingen, late inzendingen en mindere ideeën waaraan ik me de afgelopen 10 jaar af en toe bezondigde. Ik kreeg de ruimte om fouten te maken, en dus bij te leren.
Een magazine of website met goede redacteurs is zonder twijfel de beste manier om je pen te scherpen. Je kan er enerzijds rekenen op een mildheid die betalende opdrachtgevers niet aan de dag kunnen leggen en anderzijds krijg je de bijsturing en feedback die een persoonlijke blog niet kan bieden. Bovendien word je gepubliceerd! Een fijn gevoel, en een fantastische manier om aan je portfolio te bouwen.
Meer dan een leerschool
Ondertussen blijf ik dus vrijwilligen, vooral bij daMusic. De meest schrijfgerelateerde reden is dat de voordelen die het biedt aan een beginnende schrijver niet verdwijnen eens je professioneel begint. Het is verfrissend om tussen de opdrachten door zonder druk of stress te kunnen schrijven. Ruimte om te experimenteren met taal en tekstopbouw zorgt voor betere professionele copy. Bovendien heb ik vrij schrijven nodig om een louter zakelijke connectie met taal te vermijden. Wel ligt het tempo lager dan voorheen, ik heb na een opdracht niet altijd even veel tijd of zin in extra schrijfwerk.
De niet-schrijfgerelateerde reden is dat ik geobsedeerd ben door muziek en schrijven over muziek. daMusic leerde me talloze nieuwe bands kennen, zorgt ervoor dat ik vaak met een persticket naar optredens en festivals kan en geeft me de kans interessante artiesten te interviewen. De Bijloke gooide me in muzikale wateren die ik nog nooit doorzwommen had. In die zin weiger ik de magazines waar ik vrijwillig voor schreef/schrijf als een opstapje te zien.
Ze doen met heel weinig middelen erg waardevolle dingen. daMusic en haar collega-magazines geven voetlicht aan muziekprojecten die de Humo’s van deze wereld links laten liggen. Meer nog dan de betalende uitgaves leven ze in symbiose met lokale bands en kleinere zalen. Dat is niet veranderd omdat ik broodschrijver ben geworden, ik ontbreek het cynisme om mijn betalende opdrachten als een hogere trede te zien. In een aantal opzichten voelt het werk dat ik gratis verzet nuttiger en maatschappelijk relevanter dan mijn betalende opdrachten. Dat ze niet de middelen hebben om redacteurs en schrijvers te betalen, is niet hun fout, laat staan keuze. Daarom: blijf vrijwilligen.
(Nog op zoek naar een Corona-soundtrack? Lees mijn daMusic-eindejaarslijstje)